Om de achteruitrijcamera met uw voertuig te verbinden, volgt u deze algemene stappen. Zorg er echter voor dat u de specifieke instructies volgt die bij uw camera horen, aangezien de installatie per model kan verschillen.
Stappen voor het aansluiten van de achteruitrijcamera:
- Monteer de Camera: Plaats de achteruitrijcamera op de gewenste positie aan de achterkant van uw auto, meestal in de buurt van de kentekenplaat of op een ander geschikt punt waar het zicht naar achteren onbelemmerd is.
- Routeer de Kabel: Neem de bijgeleverde kabel en begin deze vanaf de camera door de auto te trekken. U kunt de kabel vaak langs de bestaande bedrading van de auto leiden, door carrosseriepanelen, onder vloerbedekking en langs de deurstijlen om het onzichtbaar te maken.
- Aansluiting Voeding: Sluit de voedingskabel van de camera aan op de achterlichten van uw auto, specifiek op het licht dat aangaat als u de auto in de achteruit zet. Dit zorgt ervoor dat de camera alleen inschakelt als u de auto in de achteruitversnelling zet.
- Verbind met het Scherm: Trek de video-/voedingskabel door naar de voorkant van het voertuig en sluit deze aan op het scherm. Als uw scherm een aparte ingang heeft voor een achteruitrijcamera, zorg er dan voor dat u deze daarop aansluit.
- Test de Installatie: Zodra alles is aangesloten, test u de camera door de auto in de achteruitversnelling te zetten en te controleren of het beeld van de camera op het scherm verschijnt.
- Bevestig de Kabels: Zorg ervoor dat alle kabels stevig zijn bevestigd en dat er niets los hangt waar het kan worden beschadigd of een gevaar kan vormen.